The Book<<
Previous Chapter : Book
Index : Next Chapter >>
2. Gerespecteerde Wetenschappers die onderzoek deden
'Ik
ben er volledig van overtuigd dat diegenen die eens op aarde leefden met ons willen
en kunnen communiceren. Het is bijna niet mogelijk om de cumulatieve kracht van
het bewijsmateriaal nog te verhullen.' Sir William Barrett F.R.S. 'Ik
zeg je, we houden vol. Communicatie is mogelijk. Ik heb bewezen dat de persoonlijkheden
die communiceren, zijn wie ze zeggen dat ze zijn. De conclusie is dat het leven
na de dood wetenschappelijk is bewezen door wetenschappelijk onderzoek.'
Sir Oliver Lodge F.R.S. 'Het is zeker dat er een connectie is gemaakt
tussen deze wereld en de andere.' Sir William Crookes F.R.S. 'Ik
heb met mijn overleden vader gepraat, mijn broer, mijn ooms
Wat voor paranormale
krachten we ook willen toeschrijven aan de "andere persoonlijkheden"
van het medium Mrs. Piper, het zou heel moeilijk zijn om mij te overtuigen van
het feit dat deze andere persoonlijkheden dus volledig in staat zouden zijn om
de totale persoonlijkheden van mijn overleden familieleden te vervangen en/of
na te bootsen.' Professor Hyslop Professor of Logic at Columbia University.
De briljante wetenschappers die hierboven zijn genoemd waren
onder de eersten die het leven na de dood wetenschappelijk onderzochten. In de
eerste instantie waren het allemaal sceptici die overal voor open stonden, en
alleen na diepgravend onderzoek accepteerden zij het leven na de dood. Er waren
ook nog andere bekende en geaccepteerde wetenschappers en filosofen over de hele
wereld zoals Alfred Wallace, Sir Arthur Conan Doyle, Sir Phillip Lodge, Arthur
Findlay, Camille Flammarion, Dr Baraduc, Professor Richet, Professor Albert Einstein,
Marconi, F.W. Myers, Professor William James en Dr Carrington die na onderzoek
het leven na de dood accepteerden.
Vanaf de late 19e eeuw tot aan vandaag
zijn er groepen geweest van prominente, vooraanstaande wetenschappers, velen van
hen rekent men tot de bekendste wetenschappers in de geschiedenis, die probeerden
te bewijzen dat onsterfelijkheid een natuurlijk verschijnsel is en dat onderzoek
daarnaar een tak is van de natuurkunde. Veel van deze wetenschappers waren
zeer praktische mensen en hun ontdekkingen op andere gebieden hebben een ingrijpende
invloed gehad op de manier waarop mensen tegenwoordig werken en leven. Vele van
hen beschouwden zichzelf als rationalisten en humanisten en ze hebben veel kritiek
en tegenwerking gekregen van zowel de traditionele christelijke geestelijkheid
als de materialistische wetenschappers die zich aaneensloten om deze vindingen
de kop in te drukken.
Emmanuel Swedenborg Een van de pioniers
in deze zaken was Emmanuel Swedenborg, hij werd geboren in Zweden in 1688. Hij
was een van de belangrijkste wetenschappers van zijn tijd en schreef 150 werken
in zeventien verschillende wetenschappen. Hij studeerde Grieks, Latijns en andere
Europese en Oosterse talen evenals geologie, metallurgie, astronomie, wiskunde
en economie aan de Universiteit van Uppsala. Hij was een zeer praktische man die
onder andere de glider, de onderzeeër, en een oortrompet voor doven uitvond.
Hij werd door iedereen zeer gerespecteerd. Hij was een lid van het parlement,
en had belangrijke overheidstaken in de mijnindustrie. Hij demonstreerde altijd
een zeer hoge intelligentie en hield een scherpzinnige geest tot zijn dood. Swedenborg
was ook een hoog begaafd helderziend medium en deed al meer dan twintig jaar onderzoek
naar andere dimensies. Hij beweerde dat hij regelmatig communiceerde met mensen
die waren overleden. Tijdens één goedgedocumenteerde gebeurtenis
zei de koningin van Zweden sarcastisch tegen hem dat als hij haar overleden broer
ooit zou spreken, hij hem de groeten moest doen. Een week later fluisterde Swedenborg
een bericht in haar oor. Geschrokken vertelde ze aan omstanders dat alleen zij
en God konden weten wat hij net in haar oor fluisterde. (Inglis 1977:131) Swedenborg
schreef: Nadat het geesteslichaam gescheiden wordt van
het lichaam (wat gebeurd als een persoon sterft ), leeft hij nog steeds als een
persoon zoals hij was voor zijn dood. Om zeker te zijn van de juistheid
hiervan, werd het mij toegestaan om met praktisch iedereen te communiceren die
ik ooit heb gekend tijdens hun leven hier op aarde. Sommige van hen kende ik uren,
sommige dagen, sommige weken of maanden, en sommige al jaren. Het doel hiervan
was dat ik verzekerd werd van dit feit, (dat er geen dood bestaat) en er getuige
van mocht zijn. (Swedenborg Heaven and Hell: 437).
Swedenborg
schreef boekdelen over het fenomeen wat wij tegenwoordig uittreden noemen, hierin
stonden zeer gedetailleerde beschrijvingen van het leven na de dood. Interessant
genoeg maakte hij zijn visie van het universum bekend en deze lijkt merkwaardig
genoeg zeer veel op onze twintigste eeuwse kwantum fysica. In een tijd waarin
Newton beargumenteerde dat alle materie was opgebouwd uit ondoordringbare atomen
die beweging kregen door krachten van buitenaf beweerde Swedenborg al dat materie
was opgebouwd uit een serie deeltjes die in grootte opbouwden. Elk deeltje was
opgebouwd uit een gesloten vortex van energie die spiraalde op oneindige snelheid
zodat het solide lijkt.
In het boek "De historie van het
paranormale" van Brian Inglis uit 1977. (490 blz.) verwees hij naar Emmanuel
Kant, de grote rationalistische filosoof die onderzoek deed naar Swedenborg. Ondanks
het feit dat Kan een scepticus was die voor alles open stond, vond hij dat het
bewijsmateriaal dat gegeven was door Swedenborg voor het leven na de dood in zijn
geheel overweldigend was.
Hij citeerde het volgende van Kant:
'Hoewel
ik ze individueel soms betwijfel, heb ik nog steeds vertrouwen in het totaal van
alle bewijzen bij elkaar' De grootste wetenschapper van zijn tijd Sir
William Crookes was een van de stichters van de Sociëteit voor fysisch onderzoek
(Society for Psychical Research (SPR). Hij was een lid van de Koninklijke Sociëteit,
een zeer prestigieuze groep van de meest geleerde wetenschappers gekozen door
hun collega wetenschappers. Later was hij zelfs voorzitter van deze groep. Hij
ontdekte zes chemische elementen waaronder thallium. Veel mensen beschouwden hem
als de grootste wetenschapper van zijn tijd.
Crookes deed uitgebreid
onderzoek naar het levitatie fenomeen dat werd geassocieerd met het medium D.D.
Home. Conclusieve foto's waren onderdeel van zijn rapport en de echtheid van de
afbeeldingen, evenals de totale absentie van fraude of bedrog werden geverifieerd
door andere vooraanstaande wetenschappers in zijn tijd. Een van deze was Cromwell
F. Farley, een van de eerste onderzoekers naar ionisatie en leidinggevende in
de legging van de Atlantische telegraafkabel. Crookes werd uiteindelijk overtuigt
van het leven na de dood door een aantal materialisaties van zijn overleden vrouw.
Vreemd genoeg is er in geen enkele biografie van wetenschappers melding gemaakt
van zijn aanzienlijke contributie in onderzoek naar het leven na de dood. Andere
zeer hoog aangeschreven natuurkundige wetenschappers Andere leden van
zijn groep waren de wetenschappers Lord Balfour, Sir William Barrett, Sir Oliver
Lodge en Lord Rayleigh, J. J. Thompson de ontdekker van het electron en Alfred
Russell Wallace die de evolutietheorie voorstelde onafhankelijk van Charles Darwin.
Wallace onderzocht minutieus het spiritualisme gedurende een aantal jaren. Uiteindelijk
verklaarde hij dat de verschijnselen in deze wetenschap net zo goed bewezen waren
als de verschijnselen van welke andere wetenschap dan ook. Pionierende
uitvinders
Thomas Alva Edison(zie foto links), de Amerikaanse uitvinder
van de fonograaf en de eerste elektrische lamp was gefascineerd door de mogelijkheid
van het leven na de dood en hij experimenteerde met technische manieren om contact
te maken met de "overledenen". (Scientific American, 30/10/1920).
John
Logie Baird, pionier van de televisie en uitvinder van de infrarode camera verklaarde
dat hij contact had met de overleden Thomas A. Edison d.m.v een medium. Hij zei:
Ik
ben getuige geweest van een aantal zeer ontstellende verschijnselen onder omstandigheden
die fraude of bedrog uitsluiten (Logie Baird 1988: 68-69). Dr. Glen Hamilton Een
andere onderzoeker uit de twintigste eeuw was Dr. Glen Hamilton, een arts en een
lid van het Canadese parlement. In zijn laboratorium, onder strikt gecontroleerde
omstandigheden had hij een batterij van veertien elektrisch bediende flitscamera's
die (geest) verschijningen tegelijk vanuit alle hoeken fotografeerden. Observatoren
die getuige waren geweest van deze experimenten waren onder andere vier artsen,
twee advocaten, een elektrisch ingenieur en een civiel ingenieur. Elk van deze
getuigen verklaarden uitgesproken en zonder twijfel dat: 'keer
op keer, zag ik een overleden persoon materialiseren' (Hamilton 1942).
Nauwkeurige
verslagen van zijn onderzoek en zijn collectie foto's zijn op een publieke tentoonstelling
te zien in de universiteit van Manitoba, in Canada. [http://www.umanitoba.ca/libraries/units/archives/collections/manitoba-manuscripts/reg_hamilton.shtml]. In
Europa waren er van de vroege 19e eeuw tot aan 1920er jaren andere wetenschappers
waaronder Baron von Schrenck-Notzing, Professor Charles Richet, Professor Eugene
Ostyand Professor Gustav Geley. Deze fotografeerden op dezelfde manier (geest)verschijningen
onder dezelfde gecontroleerde laboratorium omstandigheden. Hun geschreven verslagen
lieten zien dat ze alle mogelijke bronnen van fraude en bedrog onderzocht hadden
en uitsloten. De internationaal gerenommeerde en invloedrijke psychiater
Dr. Carl Jung gaf toe dat metafysische verschijnselen beter verklaard konden worden
met de "geest-hypothese" dan met welke andere hypothese dan ook(Jung,
Collected Letters 1: 431). Een andere briljante wetenschapper en
uitvinder die na onderzoek volledig overtuigt was van het leven na de dood, was
de Amerikaanse George Meek. Toen George Meek 60 jaar was pensioneerde
hij van zijn werk als uitvinder, ontwerper en producent van airconditioning apparaten
en de behandeling van afvalwater. Hij had talloze industriële patenten op
zijn naam die hem in staat stelden comfortabel te leven en om zijn volgende vijfentwintig
jaar te wijden aan zelf gefinancierd onderzoek naar het leven na de dood. Meek
ondernam een uitgebreide bibliotheek en literatuur onderzoeksprogramma en reisde
de wereld rond om onderzoeks projecten te lokaliseren en uit te voeren met de
beste doctoren, psychiaters, natuurkundigen, scheikundigen, mediums, genezers,
parapsychologen, hypnotherapisten, ministers, priesters en rabbi's. Hij richtte
de Metascience Foundation op in Franklin, Noord Carolina die het beroemde spiricom
onderzoek financierde. Hierbij was er sprake van tweezijdige instrumentale communicatie
tussen levende mensen en overleden mensen.(zie hoofdstuk 4 over Instrumentale
Transcommunicatie). Zijn laatste boek "After We Die, What Then"
(1987), bevat de conclusies van zijn jarenlange fulltime onderzoek naar het leven
na de dood, namelijk dat we allemaal overleven en dat de mensheid in de laatste
vijfentwintig jaar meer heeft geleerd over het leven na de dood dan in alle voorgaande
jaren van de geschiedenis. (Meek 1987:4). Sommige van de meest vooraanstaande
mensen in het onderzoek naar het leven na de dood zijn zeer intelligent en onberispbare
doctoren die hun onderzoek begonnen als sceptici. Dr. Kubler-Ross, die een wereldwijde
invloed heeft gehad op de manier waarop stervende mensen behandeld worden, werd
volledig overtuigt van het leven na de dood door haar nauwe betrokkenheid met
duizenden stervende patiënten. Ze zei: Tot dan geloofde ik absoluut
niet in het leven na de dood, maar de feiten overtuigden me dat dit geen toevalligheden
of hallucinaties waren. (Kübler-Ross 1997: 188). Ze raakte zo overtuigt
van het leven na de dood dat ze vier boeken schreef die allemaal over het hiernamaals
gingen: On Life After Death (1991), The Facts on Life After Death (1992), Death
is of Vital Importance: On Life, Death and Life After Death (1995), The Wheel
of Life (1997). Je kunt het interview van John Harricharan met Elisabeth lezen
op zijn Insight 2000 website [http://www.insight2000.com/Kübler-Ross.html]. Dr.
Melvin Morse (een kinderarts en een wereldwijd gerespecteerde autoriteit op het
gebied van stervende kinderen) was, zoals hij zelf zei, 'een arrogante trauma
arts met een emotioneel vooroordeel tegenover spiritualiteit' voordat zijn wetenschappelijk
gebaseerde studies van stervende kinderen en zijn uitgebreide studie van de literatuur
op dit gebied hem tot de onvermijdbare conclusie leidde dat er een goddelijk iets
is dat dienst doet als een soort "lijm" voor het universum. Hij schreef: Toen
ik de medische literatuur bestudeerde, vond ik dat het direct naar het bewijs
verwees dat sommige aspecten van het menselijke bewustzijn de dood overleeft.
Andere onderzoekers zijn het met me eens. Arts Michael Schroter-Kunhardt bijvoorbeeld
maakte een uitgebreide studie van wetenschappelijke literatuur op dit gebied en
concludeerde dat de paranormale capaciteiten van een stervende persoon wijzen
op het bestaan van een tijd en ruimte overstijgende onsterfelijke ziel. Andere
onderzoekers kwamen tot dezelfde conclusie. Of het nu komt uit eigen onderzoek
van zaken of uit de onderzoeken die ze bestudeert hadden, er is in de wetenschappelijke
gemeenschap een groeiend geloof in de menselijke geest (Morse 1994:190).
Vandaag
de dag komt er veel nieuwe informatie over het leven na de dood van natuurkundigen
die door hun werk in subatomische deeltjes zich de beperktheid van de wetenschappelijke
"pilaren" realiseren. Groepen wetenschappers, wiskundigen, en
professoren over de hele wereld werken aan het bekend maken van hun resultaten
van hun experimenten naar subatomische deeltjes en wiskundige berekeningen die
een wetenschappelijke verklaring geven voor de zogenaamde paranormale verschijnselen. Moderne
natuurkunde leert nu dat atomen voor 99,99999% bestaan uit lege ruimte. De afstand
tussen een elektron en zijn kern(nucleus) is net zo groot als respectievelijk
de afstand van de aarde tot de zon. En zelfs elektronen, protonen en neutronen,
de deeltjes waaruit een atoom is opgebouwd, worden nu eerder gezien als energie
dan materie. Astrologisch natuurkundige Michael Scott van de universiteit
van Edinburgh beargumenteerde dat: De vooruitgang in de kwantum
natuurkunde heeft een beschrijving van de realiteit geproduceerd die het bestaan
van parallelle universums toelaat. Deze bestaan uit echte substantie die geen
wisselwerking heeft met materie uit ons eigen universum (Roll 1996).
Professor
Fred Alan Wolf lijkt het eens te zijn met deze ontdekkingen. In zijn boek "Mind
and the New Physics" verklaarde hij: Hoe ongelofelijk het
ook klinkt, de nieuwe natuurkunde die de kwantum mechanica word genoemd bevestigd
dat er een andere wereld, een parallel universum naast onze eigen wereld bestaat,
een exacte kopie die net iets anders is en toch hetzelfde. En niet alleen twee
parallelle werelden, maar drie of vier of zelfs meer! In elk van deze universums
ben jij, ik en zijn alle anderen die leven, leefden, ooit geleefd hebben, en gaan
leven in leven ! (Wolf 1985).
Het bewijs van veel wetenschappers
voor het leven na de dood is overweldigend. Maar zoals boven al is vermeld, er
is nog niet ÉÉN wetenschapper geweest die bewezen heeft of empirisch
heeft beargumenteerd dat het leven na de dood niet bestaat of niet kan bestaan. Dit
betekend niet dat er aan materialistische kortzichtige sceptici gevraagd word
om het tegendeel te bewijzen, zoals sommige keiharde sceptici beweren. Hoofdstuk
drie t/m vierentwintig van dit boek bestaat uit toelaatbaar bewijsmateriaal voor
het leven na de dood. In de vier jaar dat dit onderzoek is gepubliceerd op het
internet is er nog geen scepticus, geen wetenschapper, geen theoloog of wie dan
ook geweest die in staat was en is om dit bewijs voor het leven na de dood te
weerleggen of tegen te spreken. Ik heb mijn onderzoek opgestuurd naar vooraanstaande
geleerden, wetenschappers, theologen, materialistische kortzichtige sceptici in
de Verenigde Staten, Engeland en Australië en het is ook gepubliceerd op
het Internet voor de wereld om het te lezen of om het te weerleggen. Één
of twee mensen beweerden dat ze het bewijsmateriaal konden weerleggen en deze
zouden later contact met me opnemen, maar vandaag
.jaren later heeft nog
niemand contact met me opgenomen om me te laten zien dat het bewijsmateriaal dat
in dit boek is gepubliceerd technisch weerlegt kan worden of tegengesproken kan
worden op wat voor manier dan ook. In tegenstelling tot voorgaande heb ik
en krijg ik nog steeds overweldigende positieve reacties over het onderzoek dat
in verschillende delen van de wereld word gedaan. Over het algemeen vinden mensen
het zeer opwindend dat het leven na de dood nu gesteund word door de wetenschap
en dat het niet langer onder de exclusieve jurisdictie valt van religieuze dogmatici.
<<
Previous Chapter : Book
Index : Next Chapter >>
|